Op 22 november werd bij de algemene verkiezingen in Nederland de extreemrechtse PVV, geleid door Geert Wilders, die opvalt door zijn racistische retoriek, de eerste partij door veel meer stemmen te krijgen dan verwacht. Gezien het feit dat ongeveer een op de vier kiezers op deze partij stemde, is te zien dat de opkomst van extreemrechts, die al enige tijd aan de gang is, gevaarlijke dimensies heeft bereikt.
Terwijl extreemrechtse en populistische partijen vooruitgang boeken in hun pogingen om een nieuwe regering te vormen door de massa te beïnvloeden en hun steun te winnen, blijven de traditionele partijen, zowel aan de rechterkant als aan de linkerkant, macht verliezen.
De VVD, D66 en CDA, die in het kabinet Rutte zitten, zijn met forse verliezen uit de verkiezingen gekomen. GroenLinks-PvdA, dat met een gezamenlijke lijst deelnam aan de verkiezingen, lijkt meer stemmen te hebben gekregen, maar vooral de PvdA is ver achteropgeraakt vergeleken met wat deze partij vroeger voorstelde. Met de recente verkiezingen is opnieuw duidelijk geworden dat de traditionele gevestigde partijen hun basis massaal hebben verloren aan racistische, extreemrechtse en populistische partijen.
Racisme neemt gevaarlijk toe
Het belangrijkste resultaat van de verkiezingen is dat racisme gevaarlijk blijft toenemen. Het beleid van zowel rechtse als hervormingsgezinde partijen die in Nederland al tientallen jaren aan de macht zijn, heeft de problemen van de werkenden en het volk vergroot. Dit beleid, dat heeft geleid tot een toename van economische en sociale problemen, is een van de belangrijkste redenen voor de opkomst van extreemrechtse partijen. De vooroordelen tegen migranten en asielzoekers, die niet los kunnen worden gezien van het gevoerde beleid, hebben ook gediend en dienen nog steeds om racistische partijen te versterken.
Een ander belangrijk resultaat van de verkiezingen is dat de bestaande reactie en ontevredenheid onder de massa is toegenomen. Deze reactie en ontevredenheid is niet iets dat vandaag is ontstaan. Het is een reactie en onvrede tegen het beleid dat al tientallen jaren wordt gevoerd… Beperking van sociale rechten, lage lonen ten opzichte van stijgende prijzen, woningnood, de privatisering van de gezondheidszorg en een reeks andere praktijken… Dit alles zorgde ervoor dat de werk- en leefomstandigheden voor grote delen van de bevolking met de dag slechter werden. Met andere woorden, de veelgenoemde sociale staat met zijn sociale verworvenheden werd steeds verder uitgekleed en de sociale rechten werden elke keer een beetje meer gekortwiekt. Deze praktijken betekenden een voortdurend verlies van rechten voor brede lagen van de bevolking. De situatie die ontstond tijdens de laatste verkiezingen is een uiting van de reactie op deze trend en de angst voor de toekomst in combinatie met ontevredenheid.
Alle rechtse en hervormingsgezinde traditionele partijen die al jaren in de regeringen hebben gezeten, zijn verantwoordelijk voor dit afbraakbeleid. In het verleden waren genoeg partijen die deden alsof ze de eisen van de massa steunden en zich vervolgens doof hielden voor deze eisen nadat ze in de regering zijn gekomen en de aanvallen op volle kracht voortzetten. De ontevredenheid en reactie van de massa op al deze negatieve beleidsmaatregelen en praktijken hebben we nu mogen ervaren in de verkiezingsuitslag.
Parallel aan wat hierboven is gezegd, zijn er de afgelopen decennia ook andere dingen gebeurd. Om de sociaaleconomische aanslagen te verdoezelen, werden vooral na 2001 religieuze sociale identiteiten benadrukt in plaats van sociale problemen. De propaganda van ‘we zitten allemaal in hetzelfde schuitje’, ‘het belang van ons land en onze mensen’ werd versneld. Er waaide een wind van nationalisme onder het mom van zogenaamde nationale belangen. Op deze manier werden mensen van elkaar gescheiden op basis van hun etnische afkomst en religieuze overtuigingen, ondanks dat ze dezelfde sociale status hadden. Beleid dat de werkenden en andere bevolkingsdelen scheidde, verdeelde en polariseerde kwam in een stroomversnelling. Sterke reacties en weerstand tegen de aanvallen op sociaal en economisch gebied zijn geleidelijk verzwakt. Een echt politiek alternatief dat zich tegen deze aanvallen zou moeten verzetten, kwam niet naar voren. Het zoeken naar individuele oplossingen in plaats van collectieve werd essentieel. Maar de aanvallen gingen door in de vele richtingen.
Sociale onvrede neemt toe
Er waart ontevredenheid en ongemak door de samenleving. Wanneer deze ontevredenheid niet transformeert in een macht, begint de zoektocht naar een uitlaatklep. Dit is precies waar de racistische, extreemrechtse en populistische partijen om de hoek komen kijken, die doen alsof ze de problemen van de mensen oplossen. Racistische, extreemrechtse en populistische partijen die zichzelf presenteren als ‘alternatieven’ door valse vijanden te creëren, zoals migranten en vluchtelingen en door de groeiende problemen van de massa uit te buiten in het licht van de verhardende sociaaleconomische omstandigheden, winnen aan de macht. En dat niet alleen, zoals we kunnen zien aan de verkiezingsuitslag, dreigen ze een alternatief voor de macht worden. Naast haar vijandigheid tegenover moslims, immigranten en asielzoekers is de PVV erin geslaagd om de massa aan te trekken met haar beloften dat ze de eisen van het volk zal beschermen op fundamentele en belangrijke kwesties. Kwesties zoals huisvestingsproblemen, lonen, gezondheidszorg en sociale zekerheid. De PVV, die niet alleen genoegen neemt met deze valse claim, heeft ook laten zien dat ze een belangrijke vertegenwoordiger is van het Nederlandse nationalisme door identiteitspolitiek te bedrijven zoals ‘Nederland en de Nederlanders op de eerste plaats zetten’.
Racisme en sociaaleconomische problemen gezamenlijk aanpakken
De echte strijd tegen racisme kan niet gevoerd worden door één racistische partij of haar leider op de voorgrond te plaatsen of door de scherpe punt van de pijl alleen op hem te richten. Het bovengenoemde beleid, dat de werk- en leefomstandigheden van de grote delen van de bevolking negatief beïnvloedt, is het resultaat van een bewuste keuze. Zoals beweerd, zitten we niet allemaal in hetzelfde schuitje en is dat ook nooit geweest. Het beleid dat al tientallen jaren wordt gevoerd, heeft het volk teruggekregen in de vorm van armoede, werkloosheid en kaalplukken van sociale rechten, terwijl een kleine minderheid steeds rijker is geworden. Om dit beleid door te kunnen voeren, werden er pogingen gedaan om de bevolking te verdelen door de nadruk te leggen op religieuze en etnische identiteiten. Polarisatie werd aangemoedigd. Racisme en rechtsextremisme vonden in deze omstandigheden een voedingsbodem, ontwikkelden en versterkten zich en groeiden uit tot een alternatieve macht.
Daarom kan de strijd tegen racisme niet los worden gezien van de sociaaleconomische problemen. Een antiracistische strijd die losstaat van de sociaaleconomische problemen heeft geen kans van slagen. Het is van groot belang dat de woede van de inheemse werkenden gericht is tegen het beleid van de machthebbers en niet tegen de migranten van dezelfde sociale status en klasse. Het is niet mogelijk om de racistische opkomst te stoppen als de sociaaleconomische problemen niet bestreden worden en de demagogen die de racisten kracht geven niet geneutraliseerd worden. De politieke realiteit houdt rechtstreeks verband met de economische en sociale realiteit.
Onze kracht ligt in eenheid en solidariteit
Al degenen die schade hebben ondervonden van de huidige situatie en degenen die zich zorgen maken over de ontwikkelingen, vooral degenen die nadenken over deze kwestie en proberen de periode en omstandigheden te begrijpen die we doormaken, moeten weten dat de omstandigheden moeilijk zijn, maar dat verandering niet onmogelijk is. Het is ook bekend dat de verandering niet spontaan kan gebeuren. Na al deze ervaringen en belevenissen is het nu gemakkelijker te zien dat individuele oplossingen geen fundamentele verandering teweegbrengen. We kunnen van verschillende etnische afkomst zijn en verschillende religieuze overtuigingen hebben. Naast deze mogelijk verschillende identiteiten hebben we ook belangrijke identiteiten die ons kunnen verenigen. We zijn bijvoorbeeld werkenden of studenten. We zweten op dezelfde werkplek, studeren in dezelfde klas en wonen in dezelfde buurt. Omdat we op deze plaatsen samen zijn, kunnen we gemeenschappelijke problemen en eisen hebben. Als we bijvoorbeeld op dezelfde werkplek werken, moeten we ondanks onze verschillende afkomst samen actie ondernemen voor een leefbaar loon. Als we niet samenwerken, staan we machteloos tegenover de werkgever en krijgen we niet wat we willen. Hetzelfde geldt ook voor de situatie in dit land. Wat onze afkomst ook is, het is onze sociale positie die ons bindt. Daarom is de weg naar succes om samen te komen en ons te organiseren om onze gemeenschappelijke problemen op te lossen. Want ondanks onze verschillende afkomst hebben we dezelfde sociale positie en alleen samen kunnen we verandering teweegbrengen.
Wat de vertegenwoordigers van de heersende klasse en racistische partijen willen, is mensen isoleren, met individuele oplossingen hen afhankelijk maken. Daarom moeten we niet toekijken bij deze ontwikkelingen. We moeten weten dat er geen eenvoudige oplossingen zijn die in de eerste instantie goed klinken. We moeten we ons verenigen rond het juiste beleid en concrete eisen. Als we ons kunnen verenigen voor onze gemeenschappelijke problemen ongeacht onze afkomst en achtergrond, zullen we een goede en juiste stap zetten om aan onze toekomst te bouwen. Alleen zo kunnen we racisme terugdringen. We mogen niet vergeten dat de echte oplossingen voor onze problemen ligt in de eenheid en de gezamenlijke strijd.
Tot slot:
De strijd tegen het opkomende racisme in Nederland, ook in veel andere landen van Europa, is mogelijk door gezamenlijke strijd van alle werkenden, van alle mensen, ongeacht hun etnische en nationale afkomst. In deze strijd is de eenheid en solidariteit van werkenden hun belangrijkste en enige wapen.